Verloop
De intravitreale injectie gebeurt onder lokale verdoving en onder steriele omstandigheden.
Het oog wordt vooraf verdoofd met oogdruppels en ontsmet met een desinfecterende vloeistof (Isobetadine).
Een steriele doek wordt over het oog geplaatst, het oog wordt opengehouden met een ooglidsperder, waarna het medicijn in het oog wordt geïnjecteerd.
U zal meestal enkel een lichte druk voelen op het moment van de injectie.
Daarna wordt het oog gespoeld, er wordt een verzachtende druppel in het oog gedaan en u mag weer naar huis.
Na de inspuiting kan u in het gezichtsveld vlokjes waarnemen die meebewegen bij oogbewegingen. Omdat het ingespoten medicament naar de bodem van het oog zal zakken, zullen deze vlokjes meestal snel uit het blikveld verdwijnen. Af en toe kan er een kleine bloeding ontstaan thv de conjunctiva (wit van het oog) die spontaan zal opklaren. Zelden kan er na het uitwerken van de verdoving een schurend, branderig gevoel ontstaan ter hoogte van het oog (meestal een toxische reactie op het ontsmettingsmiddel). Het beste dat u dan kan doen is het oog goed indruppelen met kunstmatige tranen en/of zalf. Als de pijn niet verbetert is het aangewezen de oogarts te contacteren.