+32 (0)3 658 80 87 | info@oogartsenpraktijkschoten.be Afspraak maken

Hoornvlies (cornea)

Het hoornvlies of de cornea is het voorste, doorschijnende vlies van de oogbol waarlangs de beelden het oog binnenkomen en functioneert zo als het venster waardoor we kijken. Een gezond en transparant hoornvlies is belangrijk om een optimale beeldscherpte te hebben.

 

Anatomie

De cornea is opgebouwd uit 5 lagen: epitheel, bowman, stroma, descemet en endotheel. Het buitenste epitheel is ongeveer vijf cellagen dik en vormt de barrière met de buitenwereld, daarvan enkel nog afgescheiden door de traanfilm. De epitheel cellaag is zéér gevoelig en kwetsbaar voor verwondingen maar herstelt zich gelukkig ook heel snel. De dikste en middelste laag van de cornea is het stroma. De binnenste laag van de cornea is het endotheel en is slechts één cellaag dik. De endotheelcellen zijn pompcellen die zorgen voor het behoud van een goede transparantie van de cornea. In tegenstelling tot de epitheelcellaag kan de endotheelcellaag zich bij schade niet herstellen. 
Een keratitis is een infectie ter hoogte van het hoornvlies of de cornea en wordt meestal veroorzaakt door een bacterie, maar soms ook door een virus (bv Herpes Simplex), schimmels of parasieten. Een keratitis onstaat zelden in een gezond oog maar is het gevolg van een wonde ter hoogte van het cornea epitheel.
De belangrijksre risicofactor bij het ontstaan van keratitis is het onzorgvuldig gebruik van contactlenzen. Andere risicofactoren zijn een trauma (al dan niet met een vreemd voorwerp), droge ogen of een verminderd afweersysteem.
Een infectieuze keratitis is een oogheelkundig urgentie want het kan onbehandeld leiden tot verlies van zicht of zelfs tot een perforatie van de cornea, met risico op uitbreiding van de infectie naar de binnenkant van het oog.

Symptomen

De symptomen van een infectieuze keratitis zijn een acute roodheid van het oog, (felle) pijn, een verminderd zicht en lichtgevoeligheid.

Diagnose

De diagnose van een infectieuze keratitis wordt gesteld aan de spleetlamp en wordt vaak aangevuld met het nemen van een wisser of een schraping van de cornea voor cultuur in het labo. Bij contactlensdragers wordt zo mogelijk ook een cultuur gemaakt van de contactlens of het potje waarin ze worden bewaard. Bedoeling van deze cultuur is te weten welk organisme de infectie veroorzaakt en aan welke medicatie ze gevoelig is.

Behandeling

De initiële behandeling van een infectieuze keratitis bestaat uit het frequent toedienen van oogdruppels die als doel hebben de oorzaak van de infectie (bacterie, virus, schimmel of parasiet) te bestrijden en uit te schakelen. Frequente controles zijn hierbij noodzakelijk om het verloop van de infectie op te volgen en zo nodig de behandeling bij te sturen. Soms is een tijdelijke opname in het ziekenhuis noodzakelijk.
Afhankelijk van de ernst en de precieze locatie van de infectie zal er al dan niet een volledig herstel van het zicht optreden. Soms zal er een restletsel zijn onder de vorm van een litteken. In geval van een perforatie van de cornea of wanneer een litteken het zicht ernstig belemmert, kan het noodzakelijk zijn een corneatransplantatie uit te voeren om het zicht te herstellen.

De endotheelcellen staan in voor het watertransport tussen het oog en het hoornvlies en bepalen zo de transparantie van het hoornvlies.
Bij Fuchs endotheel dystrofie is er een aangeboren tekort aan endotheelcellen waardoor het stroma meer vocht ophoudt. Fuchs dystrofie ontwikkelt zich zelden voor de leeftijd van 50jaar en heeft meestal een traag verloop.

Symptomen

Door de zwelling van het hoornvlies zal  het zicht geleidelijk troebel worden, in het begin vaak enkel 's ochtends maar later de ganse dag. Ook kan de lichtgevoeligheid verhoogd zijn en ontstaan er schitteringen of kransen rond de lichtpunten, die in het donker het zicht verstoren. Wanneer er zich tenslotte ook vocht opstapelt ter hoogte van de epitheelcellen kunnen er blaasjes ontstaan die pijnlijk kunnen zijn.

Diagnose

De diagnose van Fuchs endotheel dystrofie wordt gesteld op basis van het klinisch onderzoek aan de spleetlamp en bevestigd met de speculaire microscoop. Deze geeft een beeld van de gezondheidstoestand van het endotheel (zowel de cel dichtheid als de vorm van de endotheelcellen). Deze meting wordt ook systematisch uitgevoerd voorafgaand aan ingrepen aan het oog (cataract en refractieve lensimplantatie) omdat geweten is dat deze ingrepen ook een impact hebben op het aantal endotheelcellen. Ook de meting van de dikte van het hoornvlies kan een hulpmiddel zijn bij het opvolgen van Fuchs endotheel dystrofie.

Behandeling

Er bestaat geen medicamenteuze behandeling die de evolutie van Fuchs dystrofie stopt of vertraagt. Medicamenteuze behandeling heeft als doel de klachten te beperken.  Zolang er schommelingen zijn van het zicht kunnen hypertone druppels of zalf helpen om het zicht sneller te doen opklaren. Wanneer er zich blaasjes vormen ter hoogte van het epitheel kan een therapeutische contactlens het oog pijnvrij houden. Deze dient wel maandelijks vervangen te worden en is slechts een tijdelijke oplossing in afwachting van een corneatransplantatie.

Wanneer de Fuchs endotheel dystrofie verder evolueert en de klachten, ondanks medicamenteuze behandeling, te storend worden, zal een corneatransplantatie noodzakelijk worden.

Vroeger kon enkel een volledige corneatransplantatie  of penetrerende keratoplastie worden uitgevoerd waarbij een schijf met de volledige dikte van het hoornvlies werd verwijderd en vervangen door een identieke schijf van een donor hoornvlies. Deze techniek wordt vandaag de dag enkel nog uitgevoerd bij zeer vergevorderde Fuchs dystrofie wanneer ook de epitheel cellaag ernstige schade opliep. Tegenwoordig wordt meestal een diepe lamellaire keratoplastie (DSAEK of DMEK) uitgevoerd waarbij enkel het endotheel (DMEK) of het endotheel met een dun laagje stroma (DSAEK) wordt vervangen door een identieke lamel donor hoornvlies. Een groot voordeel van deze techniek is dat er veel kleinere incisies worden gemaakt, met minder risico op infectie en een sneller visueel herstel.

Keratoconus is een degeneratieve aandoening van het hoornvlies waarbij deze progressief verdund en daardoor als een conus gaat uitstulpen. Dit veroorzaakt een traag toenemende myopie en (onregelmatig) astigmatisme waardoor het zicht afneemt. De oorzaak is niet gekend, wel zijn er gekende associaties met bijvoorbeeld Down syndroom en atopie. Ook regelmatig in de ogen wrijven zou keratoconus kunnen uitlokken of verder doen toenemen. Keratoconus ontstaat doorgaans rond de adolescentie en ontwikkelt zich meestal (asymmetrisch) aan de beide ogen. Er moet steeds aan een beginnende keratoconus worden gedacht bij jongeren met een snel progressieve myopie en astigmatisme en/of wanneer het zicht moeilijk te corrigeren valt met een bril of contactlenzen. Een keratoconus evolueert doorgaans traag over verloop van jaren en kan spontaan in zijn evolutie stoppen en stabiliseren. Hoewel het hoornvlies lokaal sterk verdund kan zijn, is er geen risico op een perforatie. Wel kan er een hydrops optreden. Dit is een plotse vertroebeling van het hoornvlies ter hoogte van de keratoconus die pijnlijk is en het zicht drastisch doet verminderen.

Diagnose

De diagnose van keratoconus wordt gesteld door middel van een klinisch onderzoek met de spleetlamp en wordt bevestigd op een topografie of "scan" van het hoornvlies.

Behandeling

In het beginstadium kan het zicht worden verbeterd met een bril of zachte contactlenzen. Naarmate het astigmatisme onregelmatig wordt, kan het zicht enkel nog verbeterd worden met harde of gespecialiseerde contactlenzen die vaak een dramatische verbetering van zicht kunnen geven.

Wanneer door regelmatige controles duidelijk wordt dat de keratoconus evolutief is, zal een corneale collageen cross linking worden uitgevoerd. Bij deze behandeling wordt de epitheel cellaag verwijderd en het onderliggende stroma met Riboflavin druppels geïmpregneerd en blootgesteld aan UV licht. Door deze behandeling wordt het hoornvlies stijver en stopt of vertraagt de verdere progressie. Door de combinatie van corneale collageen cross linking en harde contactlenzen kan een meerderheid van de keratoconus patiënten goed functioneren.

Wanneer contactlenzen echter niet meer helpen of niet meer worden verdragen zijn er chirurgische alternatieven. Bij een stabiele myopie en astigmatisme kan een refractieve lensimplantatie worden uitgevoerd om het zicht te verbeteren. Ook kunnen halvemaanvormige intracorneale ringsegmenten worden ingeplant om de cornea opnieuw vlakker te maken, waarna contactlenzen eventueel opnieuw beter kunnen worden verdragen.

Bij vergevorderde keratoconus is een corneatransplantatie de enige overgebleven optie om het zicht te verbeteren. Dit kan zowel een diepe voorste lamellaire corneatransplantatie (DALK) of een volledige corneatransplantatie of penetrerende keratoplastie. De volledige corneatransplantatie heeft een zeer hoog succes percentage bij keratoconus, maar uiteraard is er steeds risico op infectie en afstoting en moet nadien nog vaak een bril of contactlenzen worden gedragen voor een optimaal visueel resultaat. Bij een diepe voorste lamellaire keratoplastie blijven de dieper gelegen lagen van het eigen hoornvlies bewaard waardoor er minder risico is op afstoting. Het uiteindelijke visuele resultaat is vaak niet beter dan bij een volledige corneatransplantatie en de techniek is ook moeilijker waardoor er vaak een conversie moet worden gemaakt naar een volledige corneatransplantatie.