+32 (0)3 658 80 87 | info@oogartsenpraktijkschoten.be Afspraak maken

Diabetes

Patiënten met langer bestaande diabetes kunnen beschadigingen krijgen van de bloedvaten van het netvlies. Dit wordt diabetische retinopathie genoemd.

Er zijn twee vormen van diabetische retinopathie: niet-proliferatieve en proliferatieve diabetische retinopathie.

De niet-proliferatieve diabetische retinopathie geeft aanvankelijk weinig of geen symptomen bij de patiënt. De oogarts zal bij onderzoek van het netvlies mogelijks kleine bloedingen of microaneurysmata (uitgezette bloedvaatjes) opmerken. Meestal moet niet-proliferatieve diabetische retinopathie niet behandeld worden, maar zal de oogarts adviseren om regelmatig, minstens éénmaal per jaar, op controle te komen.

Proliferatieve diabetische retinopathie wordt gekenmerkt door de groei van kleine abnormale en fragiele bloedvaten. Deze bloedvaten ontstaan door de secretie van VEGF (vasculaire endotheliale groeifactor) en zij zijn fragieler dan normale bloedvaten. Hierdoor kunnen ze bloedingen in het netvlies of het glasvocht (de gel in het oog) veroorzaken en aanleiding geven tot het ontstaan van een netvliesloslating, glaucoom of andere problemen. Onbehandeld kan  proliferatieve diabetische retinopathie tot blindheid leiden.

Zowel bij niet-proliferatieve als proliferatieve diabetische retinopathie kan diabetisch maculair oedeem ontstaan. Dit is een vochtophoping thv het centrale deel van het netvlies of de macula, ook de gele vlek genoemd. De belangrijkste symptomen van diabetisch maculair oedeem zijn een verminderde gezichtsscherpte en vervormde beelden of metamorfopsiën .

Onderzoeken

Er zijn verschillende onderzoeken die ons helpen bij de diagnose en opvolging van diabetische retinopathie en diabetisch maculair oedeem.
Aan de spleetlamp wordt gekeken naar abnormale bloedvatvorming thv de iris (rubeosis iridis) of het ontstaan van diabetes cataract. Voor een funduscopie wordt met behulp van een speciale loep het netvlies onderzocht op de aanwezigheid van bloedingen, microaneurysmata en maculair oedeem. 
OCT of Oculaire Coherency Tomografie is een niet-invasief diagnostisch hulpmiddel dat door middel van scans zeer gedetailleerde doorsneden van de retina toont en is vooral nuttig bij het opsporen van maculair oedeem en om te controleren of deze goed reageert op de behandeling. Bij Fluoresceïne angiografie worden foto's gemaakt van het netvlies nadat er in een ader een contraststof (fluoresceïne) werd ingespoten. Het wordt gebruikt om afwijkingen thv de bloedvaten, retinale ischemie (het zuurstoftekort dat aanleiding geeft tot de vrijlating van VEGF) of oedeem aan te tonen.

Om een funduscopie, OCT of fluoresceïne angiografie optimaal uit te voeren, worden voorafgaandelijk oogdruppels ingedaan die de pupil groter maken. Dit gaat meestal gepaard met een verminderd zicht gedurende enkele uren. Patiënten die op controle komen voor diabetes worden dan ook aangeraden om niet zelf met de wagen te komen.
 

Behandeling

De belangrijkste preventieve  maatregelen zijn een goed gecontroleerde en stabiele glycemie of suikerspiegel en bloeddruk.

De behandeling van diabetisch maculair oedeem is er op gericht om te proberen het zicht te verbeteren maar vooral om te voorkomen dat het zich verder verslechtert. Dit kan door middel van intravitreale injecties in het oog met een anti-VEGF (vasculaire endotheliale groeifactor) of met corticosteroïden.

De behandeling van proliferatieve diabetische retinopathie is lasertherapie van het perifeer netvlies waardoor de fragiele bloedvaten die aanleiding geven tot bloedingen worden dicht geschroeid. Indien de proliferatieve diabetische retinopathie te ver gevorderd is of bloedingen heeft veroorzaakt in de gel van het oog (glasvochtbloeding)  zal een operatieve ingreep of vitrectomie worden uitgevoerd .
 
Onbehandeld kan proliferatieve diabetische retinopathie aanleiding geven tot glaucoom, cataract, glasvochtbloeding en netvliesloslating en zo tot blindheid leiden. Ook lang bestaand diabetisch maculair oedeem kan aanleiding geven tot ernstig visusverlies of blindheid.