+32 (0)3 658 80 87 | info@oogartsenpraktijkschoten.be Afspraak maken

Intravitreale injecties

Momenteel zijn intravitreale injecties de meest populaire behandeling voor een aantal aandoeningen van het netvlies zoals leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) en maculair oedeem ten gevolge van diabetische retinopathie of een retinale veneuze thrombose.

Afhankelijk van de te behandelen pathologie worden verschillende medicamenten ingespoten. Voor natte LMD is dit anti-VEGF en voor maculair oedeem is dit anti-VEGF en cortisone.
Bij bepaalde oogaandoeningen, zoals natte LMD en diabetische retinopathie, worden nieuwe bloedvaten gevormd onder het netvlies waaruit vocht kan lekken. Dit gebeurt mede onder invloed van de groeistof VEGF (Vascular Endothelial Growth Factor). Anti-VEGF of VEGF-remmers zullen deze evolutie afremmen en het netvlies doen opdrogen. Voorbeelden van anti-VEGF of VEGF-remmers zijn Lucentis, Eylea en Avastin. Lucentis en Eylea zijn erkend voor gebruik bij oogaandoeningen zoals natte LMD, diabetisch maculair oedeem en veneuze trombose.  Avastin werd uitgebreid onderzocht op veiligheid en effectiviteit als antikankermedicijn maar is vooralsnog niet erkend voor gebruik bij oogaandoeningen (dit wordt "off-label use" genoemd). Vooraleer Lucentis en Eylea echter verkrijgbaar waren zijn vele oogartsen wereldwijd reeds gestart Avastin te gebruiken en gebruiken het nog steeds op basis van bewezen efficiëntie en veiligheid.

Verloop

De intravitreale injectie gebeurt onder lokale verdoving en onder steriele omstandigheden.
Het oog wordt vooraf verdoofd met oogdruppels en ontsmet met een desinfecterende vloeistof (Isobetadine).
Een steriele doek wordt over het oog geplaatst, het oog wordt opengehouden met een ooglidsperder, waarna het medicijn  in het oog wordt geïnjecteerd. 
U zal meestal enkel een lichte druk voelen op het moment van de injectie.
Daarna wordt het oog gespoeld, er wordt een verzachtende druppel in het oog gedaan en u mag weer naar huis.
Na de inspuiting kan u in het gezichtsveld vlokjes waarnemen die meebewegen bij oogbewegingen. Omdat het ingespoten medicament naar de bodem van het oog zal zakken, zullen deze vlokjes meestal snel uit het blikveld verdwijnen. Af en toe kan er een kleine bloeding ontstaan thv de conjunctiva (wit van het oog) die spontaan zal opklaren. Zelden kan er na het uitwerken van de verdoving een schurend, branderig gevoel ontstaan ter hoogte van het oog (meestal een toxische reactie op het ontsmettingsmiddel). Het beste dat u dan kan doen is het oog goed indruppelen met kunstmatige tranen en/of zalf. Als de pijn niet verbetert is het aangewezen de oogarts te contacteren.
Mogelijke risico's voor het oog zijn: infectie, bloeding, netvliesloslating, oogdrukstijging,... Mogelijke risico's voor het lichaam zijn voornamelijk van trombo-embolische aard (trombose, infarct,..). Jarenlange ervaring alsook grote klinische studies laten echter zien dat bij injecties in het oog de kans op deze algemene risico's zeer klein is.